Druk, druk, druk. Na een kwakkelend voorjaar, begint nu eindelijk alles op gang te komen. De spinazie krijgen we nog maar net op tijd geoogst, de sla barst letterlijk uit zijn voegen en de’ keeltjes’ (goed Bredaos voor raapsteel) beginnen nu echt op een plant te lijken. De eerste boerenkool en broccoli zijn uitgeplant en de eerste rabarber is gegeten.
De seringen bloeien weer. Nog veertien dagen voordat ze uitgebloeid zijn en het tijd is voor de boontjes (Dat heb ik niet bedacht, maar is een oude boeren zienswijze š Verder kunnen de IJsheiligen de boom in, en zijn de eerste tomaten al in de kas uitgeplant, naast de aubergine en de puntpaprika. (Waarvoor dank, burman!). Verder is het eerste goede voornemen gesneuveld. Etiketjes plakken, was dat. Maar natuurlijk zijn alle tomaten en aanverwanten weer dusdanig door elkaar geraakt dat het maar de vraag is wat waar staat…
#chaoot.
Zo hard als het in de tuin gaat, zo langzaam gaat de groei van de tabak. Zo klein zijn ze niet meer…Ā maar het zijn nou ook niet bepaald hardlopers….In ieder geval doen we nu aardig wat ervaring op met de verschillende tabakssoorten. Ook hier geldt dat het belang van etiketeren voorop dient te staan, aangezien je in een pril stadium de tabaksplant niet kan onderscheiden van een willekeurig basilicum- .sla-, of andere plant. En in een later stadium lijken alle soorten Ā ook nog eens behoorlijk op elkaar…De jonge tabaksplant ruikt naar tuinkers, dat is dan wel weer grappig.
Virgina
Virgina is wat makkelijker te onderscheiden van andere soorten door de lange rechtopstaande bladeren. Het lijkt wel wat op jonge andijvie. Middelmatige groeier. Niet te snel, maar ook niet echt langzaam. De Virgina moet het hoofdaandeel van de tabak / blend gaan vormen. Zo wordt het ook in de tabaksindustrie gebruikt. Vulmiddel dus.
Burberey
De Burberey is wat zwaarder en geeft smaak aan aan bovengenoemd volume. Burberey en Virgina vullen elkaar dus mooi aan. Moet even de slag te pakken krijgen, maar groeit dan gestaag door. Het blad lijkt alleen erg op de Rustica, wat dus wat verwarring op kan leveren.
Rustica
Rustica. De hardcore versie van alle tabakssoorten. En dat geldt dus ook voor de groei. De Rustica stelt de minste eisen en gaat gewoon zijn gang. Bij gebrek aan goede etikettering zal er hier en daar wel een exemplaar in de blend terecht komen, maar eigenlijk willen we hier een pesticide van maken.
Samsoen
Oosterse tabak die niet gefermenteerd hoeft te worden. Drogen is afdoende. (Drie maanden tot een half jaar). Lijkt qua groeikracht een beetje op de Burberey.
Adonis.
De ware kampioen. In alle opzichten. Ook hier is luchtdroging afdoende. Het nicotinegehalte is middelmatig en het kan als vulling in de Virginablend opgenomen worden. De Adonis kan goed tegen slecht weer, heeft veel weerstand van zichzelf (weinig ziektegevoelig) en groeit best goed. Alleen het blad lijkt weer wat op de Rustica en de Burberey. Dus ook hier komt het belang van etikettering weer om de hoek kijken….
Alle tabakssoorten wortelen oppervlakkig. In de praktijk wil dat vooral zeggen dat er aandacht moet zijn voor het aanaarden van de plant en het creƫren van een micro klimaat zodat de wind niet al te veel vrij spel heeft. Op mijn veldje zijn de planten afgeschermd door middel van een grote glasplaat, een rij frambozen, de kas en wat losse planken.
Over kas gesproken: de tabaksplanten mogen dus gewoon in de volle grond. maar zijn in de kas zeer nuttig. Ongedierte houdt niet echt van tabak(splanten).