Deze prachtappeltjes groeien dus gewoon in het plantsoen, ook bij jou in de buurt. En nee. Ik heb het niet over de kweepeer, maar over de Sierkwee. Een laagblijvende doornige struik die in het voorjaar schitterend bloeit en uiteindelijk deze appeltjes oplevert. Ondanks de naam, toch ‘eetbaar’ en wel. Eetbaar doen we maar even tussen aanhalingstekens, want het gaat eigenlijk vooral om de confiture die je ervan kunt maken. Heel simpel door de appeltjes in zijn geheel te koken.
Dat koken duurt overigens wel lang. Een reden dus om de snelkookpan te testen, daarmee duurde het zo’n drie kwartier. Maar vergis je niet. Ondanks het ‘blozende’ uiterlijk van sommige appeltjes zijn ze nog lang niet rijp. Beter kan de vorst er nog even overheen. Zo in december – januari zijn ze goed te plukken. Het probleem is meestal dat er tegen die tijd meer mensen op dat idee komen ;-( Ik besloot dit jaar dus vroeg te zijn, maar zonder succes, want de ‘confiture’ die het opleverde was zuur. Heel zuur.
Inmiddels heb ik een min of meer ‘verborgen paadje’ ontdekt met veel struiken. Wee degene die mij dit jaar voor is. Want ik wil ze wel proeven, die rijpe Sierkwee.