Merel

Merel

Nu de dagen nat en koud zijn, gaan de gedachtes met een natuurlijke vanzelfsprekendheid terug naar de zomer.

Zomer in de volkstuin. Iets mooiers is er toch niet? En dan houden we ons natuurlijk niet alleen bezig met planten, maar ook met beestjes. Op het land krioelde het afgelopen zomer van de kikkers die een paar maanden eerder keurig uit het dril gekropen waren.

Mooi om te zien, maar ook een mooie oplossing. Wie veel last heeft van slakken, zou wat dril moeten overplaatsen naar zijn eigen land. Het hoeft geen groot vijverdeel te zijn. Een ingegraven kattebak (zoals bij mij) volstaat. Ooit las ik op een forum over mensen die de slakken in tweeën knipten. Nee, dan toch echt liever zo…

Maar er zijn ook andere beestjes. De gevleugelde vrienden bijvoorbeeld. Wie goed kijkt ziet veel  en soms ook iets wat je zelden ziet. Deze zomer huppelde er opeens een Gierzwaluw op het pad. Die hebben we maar naar de opvang gebracht.

Helaas gaat de combinatie moestuin en vogels niet altijd goed samen. Merels zijn gek op druiven, maar eten wel weer de slakken uit de tuin. Duiven zijn gek op boerenkool, de kauwen plunderen de tuinbonen. Tsja. Je wilt je gekoesterde have toch enigszins beschermen, dus gebruik je netten.

Nadeel daarvan is weer dat vogels (en egels) er soms in blijven haken. In de ene soort netten weer wat meer dan de andere, maar voor de vogel blijft het ellendig. Hoe meer ze zich er uit willen vechten, des te meer ze zich zelf verstrikken.

En wat doe je dan? Natuurlijk de basis EHBO voor vogels toepassen: schoonmaken, (wat in dit geval bestaat uit de restjes net om de pootjes en hals) en rustig in een doos wegzetten op een donkere plek.

In dit geval was de schok te groot. De merel haalde het einde van de dag niet. Op de mesthoop gooien dan maar? Op de een of andere manier voelde dat niet goed. Kringloop van het leven, ja ja, maar dat leven verdient ook een waardig einde. Bij ‘waardig einde’ dacht ik vooral aan een pasteitje merelvlees, van een recept wat ik ooit las. Daarvoor had deze vogel nu net te weinig vlees.

Een bouillonnetje dan maar. Vers getrokken merelsoep zou het worden. Deze Vinexjager ging met veel enthousiasme aan de slag. Plukken, schoonmaken, afsterven. Best nog veel werk voor zo’n klein beestje.

Maar eerlijk is eerlijk. De soep rook heerlijk. En er dreven van die mooie vetbelletjes in. Van die belletjes die je laten weten dat het een rijkelijk gevulde soep is. De borstpartij had zich mooi in stukjes laten verdelen, dus er dreef ook nog vlees in.
Alleen de smaak was vreselijk. Wild in het kwadraat zeg maar. Heeeel erg wild en eigenlijk niet te eten.

Toch was het een hele ervaring. Soms vergeten we hoe dicht we bij ons voedsel horen te staan. De oerman in mij had zijn dag. Mocht er komende zomer nog ergens een egel tussen de netten blijven hangen, dan mag de vinexjager weer los.

 

 

Comments are closed.

Post Navigation